Praktijktest Nest-thermostaat: slimme thermostaat met iPhone-koppeling

Dit is een gastbijdrage van Taco Ekkel (@TacoE), ontwikkelaar van de iPhone-app Good Move en één van de eerste kopers van de Nest-thermostaat. Taco vertelt in dit artikel over zijn ervaringen met de Nest: hoe hij het apparaat werkend kreeg en waar je rekening mee moet houden als je er ook eentje wilt kopen. Apple biedt de Nest sinds kort aan via de (Amerikaanse) Apple Store, waardoor het verleidelijk wordt om er eentje te kopen. Maar niet alles werkt zoals je verwacht…

Lees meer over Nest-thermostaten in onze round-up of kijk naar de beste thermostaten met HomeKit.

Lees ook: Nest-thermostaat en rookmelder binnenkort in Nederland en België te koop

Apple heeft de afgelopen decennia een enorme focus gelegd op industrieel ontwerp en die focus op design stelt hoge eisen aan de hardware. Het is daardoor geen verrassing dat er binnen Apple getalenteerde hardware engineers rondlopen. Eén van die engineers is Tony Fadell, die de afdeling leidde die de iPod gemaakt heeft. De know-how die hij opgedaan heeft, heeft hij toegepast op een niche die rijp was voor vernieuwing: kamerthermostaten. Niet echt interessant zou je zeggen – totdat je hoort dat er alleen al in de VS elk jaar tien miljoen van worden verkocht, op een totaal van 250 miljoen thermostaten.

Het resultaat kondigde Fadell eind vorig jaar aan: Nest, de ‘learning thermostat’. Net als de iPod lijkt Nest een sprong voorwaarts te betekenen in het betreffende marktsegment, onder andere door het ondergeschikt maken van technologie aan een primaire focus op gebruikservaring en -gemak.

Die Nest wilden we natuurlijk! Echter, Nest wordt alleen in de VS geleverd, en dan nog maar mondjesmaat ook. Wegens tijdig inschrijven en regelmatig in de VS verblijven kon ik vroeg de handen leggen op een exemplaar en een paar maanden geleden kwam ‘ie binnen. In een mooie doos, met bijgeleverde mini-designschroevendraaier.

Installeren is even opletten: er zijn nogal wat CV-bedradingssystemen en Nest ondersteunt gebruik buiten Noord-Amerika niet. Wat rondbellen naar installateurs en CV-fabrikanten hielp om de goeie draden te vinden. Twee tips bij het aansluiten: allereerst kan CV-bedrading in Nederland niet-solide zijn (d.w.z. uit meerdere dunne koperen draadjes bestaan i.p.v. één dikkere). De aansluitingen van Nest detecteren die ‘stranded wire’ niet altijd; in dat geval moet je de CV-draden verbinden met solide draad en die aansluiten op Nest. Ten tweede: Nest haalt zijn energie uit de bedrading. Als je maar twee draden hebt, zal Nest die moeten verbinden om energie te krijgen als zijn batterij leeg is, en zal daardoor de CV heel kort aanzetten — ook als het niet nodig is. Dit ‘pulsen’ doen overigens meer thermostaten. Ik heb er zelf nog geen last van gehad maar iemand anders wel. Hij heeft een elegante oplossingen gevonden door een powerconverter naast z’n CV te hangen.

Pluspunten van de Nest

Installatie kan wat gedoe zijn, dus. Is Nest dat waard? De voor- en nadelen op een rijtje, met om te beginnen de redenen om een Nest te willen:

• Uiterlijk. Designgewijs haalt Nest niet het eenzame niveau van de iPod – daarvoor is de vorm net niet iconisch genoeg, reageert de bediening op de ring net iets te traag, is het plastic aan de zijkant is net iets te cheapo en grijs. Maar vergeleken met de alternatieven is het een enorme sprong voorwaarts. Het ronde, vloeiend geanimeerde display is prachtig om te zien.
• Zelflerend. Er zijn andere thermostaten die ook “de ruimte leren” (na enkele weken weten hoelang het duurt om een ruimte op te warmen), maar Nest maakt daarnaast automatisch een schema en past het voortdurend aan, gebaseerd enkel op wanneer je ‘m hoger of lager zet.
• Energiebesparend. Nest detecteert je aanwezigheid en zal uitgaan als er niemand thuis is. En als je de temperatuur expres wat lager zet dan je gebruikelijk doet, waardeert Nest dat door een groen blaadje te laten zien. En: Nest belooft dat het zelflerend gedrag ook helpt besparen, vooral als je niet zelf alles precies instelt.
• Verbonden met internet. Via je browser of een mobiele app kun je de temperatuur eenvoudig zien en aanpassen. Verrassend leuk, en handig om ‘m al reizend weer aan te zetten als je terugkomt van vakantie.
• “Wordt beter zonder een nieuwe te kopen”. Meer en meer apparaten zijn tegenwoordig eigenlijk kleine computers met internetverbinding en sensors. Hoewel het irritant kan zijn dat alles om je heen ‘updating…’ zegt, is de winst potentieel groot. Een recente update bijvoorbeeld maakte Nest substantieel beter — zonder de afvalberg te vergroten door een nieuw apparaat te kopen.

Minpunten van de Nest

Er zijn ook redenen om Nest niet te willen:

• Nest is niet de goedkoopste thermostaat: 250 dollar plus kosten en moeite om ‘m naar Nederland te krijgen, plus eventueel nog 40 euro voor een powerconverter.
• Mogelijk niet compatibel met je CV-ketel. En op dit moment is er geen officiële, ondersteunde manier om te controleren of Nest zou werken bij jou thuis. Aanschaf is daarmee, als je geen CV-expert bent, enigszins een gok.
• Geen Nederlandse weerinformatie. Je woonplaats moet je instellen door een Amerikaanse postcode in te vullen. Nest haalt dan weersinformatie op voor die plek, die dus niet klopt met het lokale Nederlandse weer. Nest schijnt deze informatie te gebruiken bij verwarmen of koelen, hoewel ik nog geen raar gedrag heb kunnen ontdekken.
• Afgestemd op Amerikaanse tijdzones. Omdat de tijd ook gebonden is aan die postcode, draait Nest alleen op Amerikaanse tijdzones. Je moet bij het programmeren dus voortdurend tijdzones omrekenen. Overkomelijk maar irritant.
• Onhandige locatie. In sommige huizen is de plek waar de CV-bedrading uit de muur komt een onhandige plek om de temperatuur te meten (vol in de zon bijvoorbeeld, of in de keuken). Nest heeft, in tegenstelling tot enkele concurrerende modellen, geen mogelijkheid om de temperatuur elders te meten.

Een aantrekkelijk apparaatje voor early adopters en productontwerp-freaks kortom — maar als je geen vertrouwen hebt in je gadget-klus-skills, kun je wellicht beter nog eventjes wachten.

Net als Apple doet Nest geen enkele aankondigingen over toekomstplannen, dus wanneer Nest in Europa landt, is de vraag.

En over toekomstplannen gesproken: onlangs hebben de geeks van Sparkfun een Nest uit elkaar geschroefd en meenden ze een Zigbee te herkennen: een chipje om kleine lokale netwerkjes mee te maken. Gaat Nest het aanbod uitbreiden met andere gadgets die via Nest met het internet in verbinding staan? Hoe dan ook ligt het in de verwachting dat Nest met een API gaat komen, en daarmee wordt “the internet of things” steeds meer realiteit.