Review: Griffin AirCurve, akoestische versterker voor je iPhone

Toen we vorig jaar over de Griffin AirCurve schreven konden we niet vermoeden dat het wel een paar maanden zou duren voordat we aan het review toekwamen. Langzamerhand is er een flinke berg achterstallig reviewmateriaal ontstaan, die we de komende weken van plan zijn weg te werken. De AirCurve is inmiddels in bezit van een iPhoneclub-lezer die ‘m tijdens de verloting in december heeft gewonnen, maar gelukkig hadden we de foto’s en het filmpje nog 😉

De AirCurve heeft eigenlijk dezelfde functie als de onlangs besproken SoundClip, waar veel mensen enthousiast van werden. Op Macworld kregen we drie SoundClips mee om te verloten, dus daar zullen we de komende tijd ook een review over schrijven. Maar eerst de Griffin AirCurve, die minder draagbaar is maar hetzelfde belooft: het versterken van de iPhone-speaker met zo’n 10 decibel. Zoals de meeste mensen wel weten wordt geluidssterkte gemeten op een logaritmische schaal: 10 decibel meer betekent 10x zoveel vermogen (en 20 decibel 100x), zie Wikipedia.

De AirCurve heeft een pluspunt ten opzichte van de SoundClip: je kunt ‘m tegelijk als bureauhouder gebruiken. In het midden is een opening gemaakt waar je een usb-laadkabel doorheen kunt steken.

Uitvoering van de Griffin AirCurve

De Griffin AirCurve is een accessoire zonder ingewikkelde technologie: het bestaat in feite uit twee stukken plastic, samengehouden door vier schroeven. Het geluid van de iPhone-speaker gaat door een soort hoorn waardoor het geluid wordt versterkt. Elektriciteit komt er niet aan te pas. Griffin levert twee opzetstukjes mee voor de iPhone en iPhone 3G.

De constructie van de AirCurve is erg solide: slijtage of technische defecten hoef je niet te verwachten. Het enige zwakke punt zijn de opzetstukjes voor de iPhone: als je die niet goed op z’n plaats klikt staat de iPhone niet stevig in de dock (zoals in onderstaand filmpje is te zien). Pas later kwam ik erachter dat je ze steviger in de dock moet drukken, totdat je een klik hoort.

De AirCurve is natuurlijk niet te vergelijken met een speakersysteem zoals die van Altec Lansing of JBL, maar dat is gezien het prijsverschil ook niet te verwachten. Griffin wilde met de AirCurve een accessoire maken voor mensen die op zoek zijn naar een dock en een eenvoudige speaker. Als je de iPhone op je bureau zet hoeft de muziek niet extreem luid te zijn – als het maar wel een beter geluid geeft dan de speaker van de iPhone zelf.

Griffin AirCurve in gebruik

De low-tech-oplossing die AirCurve biedt is eigenlijk meer een alternatief voor speakertjes zoals deze. Die werken vaak op batterijen, zijn daardoor niet erg ‘groen’ en versterken het geluid maar in beperkte mate. De AirCurve doet dat ook en ziet er door de transparante constructie ook nog eens bijzonder uit.

Door de gekozen constructie waarbij je zelf de usb-kabel moet aanbrengen omzeilt Griffin de hoge kosten voor iPhone-certificatie die ze bij een normale dock kwijt zouden zijn. Toch is er een puntje van kritiek: de AirCurve kun je niet zo makkelijk op zak steken en zal je daarom vooral op je bureau gebruiken. Maar daar staat meestal ook al een computer, waarmee je de muziek of podcasts die je wilt beluisteren veel luider via de computerspeakers kunt afspelen.

Ik zie de Griffin AirCurve dan ook meer als een handig accessoire voor naast je bed, als je voor het slapen gaan nog wat muziek wilt luisteren en ‘s ochtends vroeg met een extra luid alarm wilt worden gewekt.

Hieronder een eenvoudig zelfgemaakt videofilmpje om te laten zien wat het effect van de AirCurve is. De decibelmeter gaat misschien niet met exact met 10 decibel omhoog (daarvoor zou je ook beter een white noise-geluid kunnen afspelen, zoals Ten One Design op Macworld Expo gebruikte om de SoundClip te demonstreren), maar je ziet duidelijk de meter uitschieten en hoort dat het geluid voller wordt als je de iPhone in de AirCurve zet.

Meer info

• Fabrikant: Griffin
• Verkrijgbaar: via Griffin
• Prijs: €19,95 exclusief verzendkosten ($12,50)
• Cijfer: 7,5
• Andere reviews: Crunchgear, BoingBoing, iLounge, The Gadgeteer