Apple heeft het gebruik van twee gevaarlijke chemicaliën bij het productieproces van de iPhone en iPad verboden. Het gaat om benzeen en n-hexaan, stoffen die leukemie en zenuwschade kunnen veroorzaken en vooral worden gebruikt om elektronica schoon te maken.
De schadelijke stoffen kwamen aan het licht toen arbeidsinstantie China Labor Watch en milieuorganisatie Green America een petitie begonnen. Apple begon een onderzoek en concludeerde dat geen van de 500.000 mensen die de stoffen gebruiken in gevaar waren. Van de 22 fabrieken die Apple onderzocht, waren er bij 18 geen resten van de chemicaliën te vinden. Bij de overige 5 fabrieken waren de resten zo klein dat er geen gevaar zou bestaan.
Ondanks Apple’s onderzoek is besloten om het gebruik van de stoffen te staken. Althans, voor een deel. Apple staat het gebruik van n-hexaan en benzeen nog steeds toe tijdens de vroegste productiefasen. Bij deze vroege productiefase wordt de hoeveelheid toegestane benzeen en n-hexaan door Apple verminderd.
Het verbod op n-hexaan en benzeen geldt bij fabrieken in China, maar ook in Brazilië, Ierland, Texas en de Verenigde Staten. De timing is goed: gisteren hoorden we nog dat de iPhone 6-massaproductie bijna van start gaat. Er wordt een recordaantal nieuwe iPhones verwacht, wat betekent dat de productieketen op volle toeren draait.
Taalfout gezien of andere suggestie hoe we dit artikel kunnen verbeteren? Laat het ons weten!
Reacties: 5 reacties