Wie arcade-racegame zegt, zegt de Asphalt-reeks. De serie van de grote mobiele gamesuitgever Gameloft begon knullig, als een knipoogje naar grote en gevestigde racegames, maar revancheerde zich met kwaliteit. Asphalt 6: Adrenaline, Asphalt 7: Heat en Asphalt 8: Airborne waren zelfs zo goed dat het nieuwste deel geen overtreffende trap is, maar iets anders doet. In onze Asphalt Overdrive review testen we of de nieuwste telg ook leuk is.
Oud spelidee, jaren 80-jasje
De nieuwste Asphalt is geen racegame, maar een Temple Run met auto’s. Je rent zo ver mogelijk, veegt over het beeld om van richting te veranderen en zet power-ups in met drukken in beeld. Gameloft heeft het principe al eens eerder gehanteerd bij het erg succesvolle Verschrikkelijke Ikke Minion Rush, toen met succes. Het spel bracht de sfeer van de gelijknamige film goed over en was een chaos van gele mannetjes, obstakels en paniekerige situaties. Asphalt Overdrive is eigenlijk Minion Rush met auto’s.
Het racegedeelte is dus een beetje op het renspel geplakt in Asphalt Overdrive. De game kreeg een smakelijk visueel sausje met fraaie bolides en omgevingen, maar ook een huisstijl die verschilt van de voorgangers. Overdrive gebruikt veel lichtblauw en roze en zet in laadschermen dat gelikte jaren ’80 sfeertje door. Toch wordt hij niet zo goed doorgevoerd als in bijvoorbeeld GTA Vice City. In muziekvoorkeuren, het auto-arsenaal, maar ook de suffe schermteksten, doet Asphalt een poging hip en jong te zijn. De combinatie is het nèt niet.
Niet sturen maar vegen
Inhoudelijk is Asphalt Overdrive niet heel anders dan Minion Rush. Terwijl je achtervolgd wordt door politieauto’s, veeg je naar links en rechts om van rijbaan te wisselen, pak je sprongen mee waarna je kan vegen voor een stunt en tik je dubbel op het scherm voor een turbo. Power-ups op de weg vullen je turbo’s aan, maar geven ook geld dat je later in volgende auto’s of upgrades daarvan kan steken. Ondertussen beuk je meerijdend verkeer voor beloningen (maar doe het wel goed, anders vertraag je) en ontwijk je tegemoetkomend verkeer. Het klinkt nog steeds indrukwekkend voor een racegame, maar dat is dit niet. Sturen hoeft namelijk niet, remmen en bochten inschatten evenmin. Dit is echt een renspel waar de auto’s zijn opgeplakt.
Geen highscores
Het grootste verschil tussen Asphalt Overdrive en Minion Rush is dat je in het nieuwe ‘racerenspel’ geen highscores probeert te halen. In plaats daarvan krijg je missies voorgeschoteld die je moet afronden voor een score van 1 tot en met 3 sterren. Heb je verderop in het spel een aantal sterren nodig om verder te gaan, dan dien je eerdere levels opnieuw te doen voor meer sterren. Gaandeweg worden levels langer, zijn er meer gevaren om de hoek en voer je meer capriolen uit, zoals zoals sprongen die al dan niet landen op vrachtwagens. Helaas begint het spel nogal taai: de sessies zijn schrikbarend kort. Je kan net zoveel tijd doorbrengen in de menu’s als in de actie. De serieuze laadtijden van het spel helpen daarbij trouwens. Een nieuwe auto weergeven of een level laden duurt zelfs op onze iPhone 5s met een goede Wi-Fi-verbinding lang.
Asphalt Overdrive: beneden niveau
Korte races in het begin, een powerbalk die op raakt na een paar races, lange laadtijden en actie die lijkt op die van tientallen renspellen die we al eerder speelden. Asphalt Overdrive kan niet tippen aan het niveau van de échte racegames in de serie.
Taalfout gezien of andere suggestie hoe we dit artikel kunnen verbeteren? Laat het ons weten!
Reacties: 1 reacties