Niet zomaar een racegame, maar een kat- en muisspel tussen coureurs en politie. Dat is wat de allereerste Need for Speeds voor de pc interessant maakte en dat is wat de serie nog altijd hoog in het vaandel draagt. In het nieuwste deel Need for Speed Most Wanted, dat universeel is uitgekomen voor de iPad en iPhone, krijg je vanaf de tweede race te maken met de inzet van blauw op straat en wordt de hoeveelheid en intensiteit ervan alsmaar opgevoerd.
Als je de eerste races aflegt in een Ford Focus of Lancia Delta, doe je dat op zonnige circuits waar een beetje een grauwe kleurenlaag overheen ligt. De raceactie is aardig snel, maar niet zo snel als je te zien krijgt in de eerste seconden filmpje voor de race. Dat is een ‘flaw’ waar je vooraf elke race aan herinnerd zal worden: het intro is sneller dan het scheuren zelf. Maar dat betekent niet dat het rijden zelf langzaam is. Integendeel.
In 35 auto’s die je later in het spel kan uitrusten met carrosserieverbeteringen en snellere nitro’s voor elke race, scheur je in sneltreinvaart over de snelwegcircuits tussen het normale verkeer door. Bochten maken kan door er loeihard doorheen te sturen, of met de remknop ingedrukt en dan een richting te kiezen. Je maakt dan een grote slip waardoor je nitro extra snel gevuld wordt, en dat snelheidsvoordeel komt weer goed uit op rechte stukken.
Het kost een handvol races voordat Need for Speed Most Wanted op gang is. Dan worden de eerste eenvoudige dagraces aangevuld met nachtraces, reflecteert kunstmatige verlichting in het natte wegdek en benadert het aantal politiewagens dat van je medecoureurs. De politie zet om de haverklap een blokkade neer, deponeert spijkermatten op het straatcircuit en beukt steeds agressiever op je in. Maar er is wat tegen te doen: geef ze een flinke tik van opzij of op hun staart met een nitroboost, en ze vliegen met een enorm geweld van de snelweg. In verhouding is het flauw dat je hetzelfde niet bij normale tegenstanders kan doen. Die staan na een beuk meteen weer op de baan. Zo blijven de races wel tot op het laatst spannend.
De structuur van Most Wanted op de iPhone komt overeen met de laatste Need for Speeds op de spelcomputer. Je hebt een kaart voor je waar nieuwe races op beschikbaar komen, en Need for Speed doet er niet zo moeilijk over welke race je als eerst rijdt. Wel is het zo dat je voor bepaalde races nieuwe klasse auto’s nodig hebt en dat je eerst een budget bij elkaar moet racen om die te kopen. Selecteer een gebied en je ziet welk speltype er voorhanden is in welke autoklasse. Veel races zijn straatraces tegen andere coureurs, maar je hebt ook checkpoint-races en 1-tegen-1 duels om jezelf op te werken in de lijst van ‘Most Wanted’. Je hebt altijd keus genoeg. Komt een raceklasse nog niet uit omdat je alleen een Hummer kan kopen, terwijl je nog maar 4000 credits nodig hebt voor een Range Rover Evoque Coupé? Verrijd eerst een andere race. Als je geen zin hebt in die keuzes, is het ook goed. Met een knop kan je meteen de meest voor de hand liggende race volgens de spelmakers starten.
In Nederland zijn de schermteksten Nederlands uitgevoerd.
Need for Speed Most Wanted stuurt zowel goed met de kantelbesturing als met het stuur op het scherm, waarbij je eigenlijk alleen maar naar links en rechts hoeft te vegen om bij te sturen. Boosten doe je door het scherm aan de rechterkant omhoog te vegen. Het spel ziet er bloedsnel en strak uit op de nieuwe iPad, al mist het daarop misschien de scherpte van Asphalt 7. Verder staat de afwerking op een hoog niveau: de menu’s zijn stijlvol en overzichtelijk, er is een aardige soundtrack met popnummers en als je inlogt met EA’s netwerk Origin, kan je rondetijden vergelijken met die van vrienden. Dat een online multiplayer ontbreekt is niet zo vreemd: het is de enige toevoeging waarom je hetzelfde spel nog op de Xbox 360 of PlayStation 3 zou willen. Voor tien keer de prijs. Zó goed is Need for Speed Most Wanted op iOS.
Downloaden: Need for Speed Most Wanted (€5,99, universele app)
Taalfout gezien of andere suggestie hoe we dit artikel kunnen verbeteren? Laat het ons weten!
Reacties: 4 reacties