Appconomy genomineerd als Woord van het Jaar 2012

Apps hebben de afgelopen vijf jaar behoorlijk wat invloed gehad op het taalgebruik. Als we oudere artikelen op iPhoneclub bekijken, blijkt dat we in het begin nog vaak het langere woord ‘applicatie’ gebruikten. Later werd het kortweg ‘app’. Er ontstonden woorden als Appsterdam, appcessoire en app-economie. Dat laatste woord is nu in een verkort vorm opgenomen in de nominaties voor het Woord van het Jaar van woordenboekenmaker Van Dale. Appconomy is volgens Van Dale: “onderdeel van de economie dat wordt bepaald door de ontwikkeling en exploitatie van apps”. Het is uiteraard geen Nederlands woord, maar overgenomen uit het Engels. Appconomie neemt het op tegen bangalijst, facebookmoord, grexit, inbrekersrisico, mamaporno, nivelleringsfeestje, project X-feest, religiestress en voetbalvrouwing.

Dat laatste woord betekent: jezelf uitdossen en daarna laten fotograferen als voetbalvrouw. De betekenis van alle andere begrippen is te vinden op de website van Van Dale. Je hebt tot 17 december de tijd om te stemmen op appconomie of één van de andere woorden. Bovendien kun je in aparte subcategorieën nog stemmen op woorden als angrybirden, whappen (= whatsappen), begrotingsravijn en gluurverhoging. Vorig jaar verkozen de Nederlanders het woord tuigdorp tot Woord van het Jaar.

De Belgische Van Dale organiseert uiteraard ook een verkiezing. Daarin staan woorden als frietchinees, jaloezietaks en sinterklaasregering. In de subcategorie economie kun je daar ook stemmen op appconomie. Belgen doen ook aan angrybirden en noemen een telefoon met touchscreen een ‘wrijftelefoon’. De Vlamingen kozen vorig jaar stoeproken als beste woord.

Deze lijsten zijn gebaseerd op afgelopen week. Een aantal van de toen gratis apps heeft inmiddels weer een prijskaartje.