Apple heeft altijd een goede reputatie gehad onder ontwerpers en vormgevers. Bij het ontwerpen van een flyer of brochure kiezen ontwerpers al snel voor de Mac. Hoe komt dat toch en hoe heeft Apple die reputatie gekregen? Koos Apple er bewust voor, of is het ze overkomen? Het blijkt terug te voeren op een gouden combinatie van de Macintosh, LaserWriter en PostScript.
Desktoppublishing en PostScript
Desktoppublishing (DTP) is een term die je tegenwoordig nauwelijks meer hoort. Als je een flyer of brochure wilt maken, ga je zelf knutselen of schakel je een grafisch ontwerper of vormgever in. Die zorgt ervoor dat het ontwerp al volgens de juiste specificaties wordt opgeleverd, zodat jij het moeiteloos naar een drukwerkgigant, drukwerkdeal of andere drukwerkknaller kunt doorsturen. Daar zorgt een DTP’er ervoor dat de bestanden afgedrukt kunnen worden. Binnen een paar dagen staat er een doosje met flyers op de deurmat. Voor professionals die de flyers ontwerpen of drukklaar maken is PostScript een bekende naam en daar heeft Apple een grote rol bij gespeeld.
Macintosh in 1984: er ontbrak iets
De Macintosh was in 1984 een succesnummer: Apple kreeg veel publiciteit vanwege de opvallende Superbowl-reclame van dat jaar en het apparaat zelf werd geprezen vanwege het innovatieve design. Maar er miste nog iets: een killer-applicatie. Op de Apple II was dat het spreadsheetprogramma VisiCalc. Op de Macintosh zou het PageMaker worden, dankzij de legendarische LaserWriter-printer.
De Apple LaserWriter werd geïntroduceerd in 1985, een jaar na de Macintosh. Het apparaat kostte $7.000 en het was de eerste laserprinter voor de massamarkt, ondanks de hoge prijs. Op dat moment waren er al laserprinters, dus Apple was zeker niet de eerste. Zoals we ook bij latere producten van Apple gewend zijn: Apple was niet de eerste met een mp3-speler, een smartphone en een tablet. Maar ze pakten het wél anders aan. En dat viel op.
De eerste laserprinters
De Apple LaserWriter leek wel wat op de eerste HP Laserjet. Beide apparaten waren gebaseerd op dezelfde Canon CX-machine, maar Apple durfde het aan om er twee keer zoveel geld voor te vragen. Binnenin zat een Motorola 68000-processor, die ze ook gebruikten in de Lisa en de Macintosh. De printer kon 8 pagina’s in een kwaliteit van 300 dpi per minuut afdrukken.
HP groeide in de jaren negentig uiteindelijk uit tot ‘s werelds grootste printermerk. Veel mensen zullen blij zijn dat Apple is gestopt met het maken van printers, maar toch had Apple ook wel iets slims bedacht: in plaats van een eigen pagingabeschrijvingstaal om de printer aan te sturen (zoals HP deed) kozen ze voor Adobe’s PostScript. Tot de dag van vandaag wordt dit nog gebruikt voor DTP-toepassingen, ook al zul je bij de meeste drukwerkknallers tegenwoordig meestal een PDF’je inleveren.
Apple LaserWriter
Adobe was twee jaar vóór de eerste Macintosh opgericht door John Warnock en Charles Peschke. Warnock werkte eerder bij kopieermachine- en printerfabrikant Xerox, maar verliet dat bedrijf om zelf een laserprinter te gaan maken, die moest worden aangestuurd door de PostScript-taal. Steve Jobs wist Warnock ervan te overtuigen om samen de Apple LaserWriter te ontwikkelen.
Het bijzondere van de LaserWriter was niet alleen de ondersteuning van PostScript, maar ook dat het meteen vanuit de doos geschikt was voor gebruik in netwerken, dankzij AppleTalk (een verzameling netwerkprotocollen voor de Apple Macintosh). Systeembeheerders konden meerdere Macs op elkaar aansluiten, zodat de printer gedeeld kon worden door meerdere medewerkers. Dit maakte de LaserWriter interessant; bedrijven hoefden maar één printer aan te schaffen voor de hele ontwerpafdeling. In Cupertino sloot Apple zelf 40 gebruikers per printer aan. Ondanks de hoge prijs was de LaserWriter uiteindelijk toch een goede deal.
DTP-software
Maar alleen aan een printer heb je niet zoveel; je hebt ook software nodig. Paul Brainerd, de man die volgens de overlevering de term desktoppublishing heeft bedacht, hoorde dat Apple plannen had om een laserprinter te maken en zag mogelijkheden op het gebied van drukwerk. De grafische interface van de Mac en de goede afdrukkwaliteit van de printer waren perfect voor drukwerk. Wat nog miste was de benodigde software en die zou Brainerd gaan maken. Hij ging aan de slag met PageMaker vanuit zijn bedrijfje Aldus.
PageMaker was al na 16 maanden klaar: in juli 1985 kon je het op diskette kopen voor $500. Drukwerk was in die periode nog een belangrijke manier om informatie te verspreiden. Pas tien jaar later zou iedereen massaal het internet op gaan. PageMaker ging van start op de Mac en dat leidde ertoe dat de Mac het belangrijkste platform werd voor digitaal creatief werk. Later zou PageMaker ook verschijnen op Windows, maar de meeste ontwerpers hadden toen al voor de Mac gekozen. PageMaker werd een succes: Aldus maakte in 1987 al een omzet van $18,4 miljoen per jaar. In datzelfde jaar verscheen de grootste concurrent, QuarkXPress.
Van PageMaker naar QuarkXPress en InDesign
PageMaker hield de toppositie niet vol. Eind jaren negentig was QuarkXPress uitgegroeid tot dé standaard om tijdschriften en ander drukwerk vorm te geven. Aldus was in 1994 al opgeslokt door Adobe, dat nog steeds PostScript maakte. Concurrent Quark groeide zo onstuimig, dat het bedrijf in 1998 plannen had om Adobe over te nemen. Het bleek grootspraak, want Adobe was veel groter en de overname ging uiteindelijk niet door.
Adobe kwam sterk terug en bracht in 1999 InDesign op de markt. PageMaker was ook nog steeds verkrijgbaar, maar werd een paar jaar later van de markt gehaald. In 2001 verscheen PageMaker 7, de laatste grote versie. Op de website van Adobe kun je er nog steeds informatie over vinden:
Adobe® PageMaker® 7.0 software is the ideal page layout program for business, education, and small- and home-office professionals who want to create high-quality publications such as brochures and newsletters. Get started quickly with templates, graphics, and intuitive design tools; work productively across Adobe applications; and easily leverage existing content to create customized communications.
Grafisch vormgevers zijn ondertussen grotendeels overgestapt naar Adobe’s InDesign. Wie een simpele tool zoekt voor het vormgeven van flyers en brochures kan tegenwoordig gewoon terecht bij Apple, want in Pages vind je allerlei templates voor nieuwsbrieven en andere grafische druksels. Misschien is Apple’s achtergrond met vormgeving en DTP wel de reden waarom de tekstverwerker Pages zoveel sjablonen voor het vormgeven van drukwerk bevat.
Eerder in deze serie verschenen:
- Apple-historie: 15 jaar Apple Store
- Apple-historie: WebObjects, een project waar Steve Jobs trots op was
- Apple-historie: deze Macs verkocht Apple in 1996
- Apple-historie: John Sculley, de frisdrankenman die Apple redde
- Apple-historie: de G4 Cube is Apple’s mooiste en meest onpraktische computer
- Apple-historie: De Marimba-beltoon van de iPhone
- Apple-historie: 40 jaar vernieuwing in foto’s
- Apple-historie: de iPad 2 bestaat 5 jaar
- Apple-historie: deze 5 Apple-producten bestaan als Special Edition
- Apple-historie: Robert Palladino
Taalfout gezien of andere suggestie hoe we dit artikel kunnen verbeteren? Laat het ons weten!
Reacties: 10 reacties