Met deze producten is Apple gestopt
Het lijkt soms alsof Apple in het verleden alleen maar de Macintosh maakte, met een paar kleine zijsprongetjes zoals de Newton. Maar als je kijkt naar het assortiment in de loop der jaren, dan heeft Apple heel wat dingen geprobeerd. Niet allemaal waren ze even succesvol…
Producten waarmee Apple is gestopt
Horlogebandjes, zelfrijdende auto’s, ontdekken van hartritmestoornissen, tv-shows, AR-brillen… dat zijn de dingen waar Apple zich tegenwoordig mee bezighoudt. Als je twintig jaar geleden iemand had verteld dat Apple een modemerk zou worden en druk bezig met onderzoek naar diabetes en autonome systemen, dan had die persoon je waarschijnlijk glazig aangekeken. Computermerken deden destijds weinig met auto’s, sport of gezondheidszorg. Het laat goed zien hoe computers tegenwoordig terug te vinden zijn in elk aspect van je leven. Als je kijkt naar de producten waarmee Apple is gestopt, dan zijn het vaak de typische computerproducten: printers en scanners, beeldschermen, servers en digitale camera’s. Sommige zijn te vinden in het koffietafelboek Designed by Apple, maar de oudere producten en de geflopte producten wil Apple het liefst vergeten.
Digitale camera’s
In 1994 bracht Apple voor het eerst een digitale camera uit, de QuickTake 100. Deze platte camera kon acht foto’s opslaan met een resolutie van 640 x 480 pixels. Er zat een flitser op, maar dat was dan ook het enige. Focussen of zoomen was niet mogelijk. Je kon de QuickTake aansluiten op een computer om de foto’s te bekijken en te importeren. De opvolger QuickTake 150 kreeg een opzetlens waarmee je kon scherpstellen. Later volgde de QuickTake 200 waarmee je foto’s kon opslaan op een geheugenkaart.
Apple ontwikkelde de QuickTake in samenwerking met Kodak en Fujifilm. Een groot succes was het niet en Steve Jobs trok er dan ook meteen de stekker uit toen hij eind 1996 terugkeerde bij Apple.
Spelcomputers
De Pippin was een spelcomputer die zijn tijd ver vooruit was. In 1995 was de eerste PlayStation net verschenen, Nintendo beleefde z’n hoogtijdagen en Apple kwam met de… Pippin. De naam was raar, maar dat was niet het enige probleem. Mensen waren in 1995 nog niet klaar voor internet en begrepen niet wat je hiermee kon doen. Er werden slechts 42.000 stuks van verkocht en ook dit project werd meteen gestopt toen Steve Jobs bij Apple terugkwam.
Toch was de Pippin een vooruitstrevend apparaat. Je kon games opslaan, er zat een mediaspeler op en je kon een muis en toetsenbord op aansluiten. Apple ontwikkelde de Pippin samen met het Japanse Bandai, maar dat bleek geen garantie voor succes. Sindsdien heeft Apple nooit meer een spelcomputer gemaakt en zul je je heil moeten zoeken bij games op de Apple TV.
Telefoons met toetsenbord
Het is 2005 als Steve Jobs op het podium klimt om samen met Motorola de ROKR E1 aan te kondigen. Het zou de eerste telefoon zijn die met iTunes werkte. Nog geen 18 maanden later kondigde Jobs de originele iPhone aan. Geen wonder, want Jobs haatte de ROKR en had spijt van het feit dat Apple het apparaat had laten ontwerpen door een externe partij. Zelfs bij de aankondiging liep het al mis toen Steve Jobs de muziekfuncties wilde demonstreren. “It was supposed to resume my music right back to where it was”, zegt Jobs, zichtbaar geïrriteerd.
De oorsprong van de ROKR gaat terug naar 2004, toen de iPod goed was voor 45 procent van de inkomsten van Apple. Jobs was bang dat telefoons de rol van de iPod zouden overnemen. De telefoons van die tijd hadden al een ingebouwde camera en het leek Jobs een kwestie van tijd dat er ook een ingebouwde muziekspeler in zou zitten.
De makkelijkste manier was om samen te werken met een partner die al ervaring had met het maken van mobiele telefoons. Het werd Motorola. Maar met het goedkope plastic uiterlijk, de slechte camera en de limiet van 100 muzieknummers voldeed het niet aan Jobs’ eisen. Het vullen van de telefoon met muzieknummers ging bovendien niet makkelijk en er zat een simlock van Cingular Wireless op. In september 2006 stopte Apple met ondersteuning van de ROKR en een halfjaar later volgde de aankondiging van de originele iPhone. Die voldeed wél aan Apple’s eisen.
Printers
Apple maakte in 1984 al de eerste printers, dus nog voordat de originele Macintosh op de markt kwam. Die eerste printer had de naam Silentype en was bedoeld voor de Apple II en Apple III. Het was een thermische printer die in 80 kolommen kon printen. In 1984 volgde de ImageWriter, een dot-matrixprinter die $675 kostte. Een jaar later volgde al Apple’s eerste netwerkprinter, de LaserWriter. Die kostte maar liefst $7000 (omgerekend $15.000 als je de inflatie meerekent). Het leidde uiteindelijk tot een uitgebreid assortiment van dot-matrix- en laserprinters. In 1993 volgde ook nog een kleuren-inkjetprinter. Voor elke printbehoefte kon je bij Apple terecht.
Het is dus niet zo dat Apple met printers bezig ging op het moment dat Steve Jobs bij NeXT zat. Wel was hij degene die een einde maakte aan de printerbusiness van Apple, waarna Hewlett-Packard marktleider werd.
Kleding
Apple als modebedrijf? Zo heel vergezocht is het niet. In het bezoekerscentrum van Apple Park kun je truien en mokken kopen met Apple-logo. En met de Apple Watch-bandjes en iPhone-hoesjes probeert het bedrijf ook in te spelen op de kleuren van het seizoen.
Maar Apple was in de jaren tachtig ook al met kleding bezig. In de catalogus van het bedrijf kon je kiezen uit diverse wijde sweatshirts, petjes en zonnekleppen met Apple-logo.
Externe opslag
Bij externe opslag gaat het om een aantal heel uiteenlopende producten, waarmee Apple allemaal is gestopt. Apple bracht in 1981 het eerste apparaat voor externe opslag uit, de ProFile-drive. Het was bedoeld voor de Apple Lisa, IIe en III. Voor 5MB opslag betaalde je $3500. Eind jaren tachtig was de opslag al gestegen naar tientallen MB’s: Apple bracht externe harddisks uit voor de Macintosh 512K met keuze uit 20MB tot 80MB. In 1989 stopte Apple ermee.
Pas in 2003 verscheen er weer een nieuw apparaat, maar in een heel andere klasse: de Xserve RAID, bedoeld voor zakelijke klanten die hun opslag in een datarack wilden monteren. De prijs varieerde van $6000 tot $11000 en daarmee is het niet Apple’s duurste product, want de Apple Watch Edition in 18-karaat goud was nog enkele duizenden dollars duurder. De Xserve RAID bleef tot 2008 op de markt en voor de normale Xserve kwam er in 2011 een einde aan.
Daar eindigt het verhaal echter niet, want Apple maakt ook nog de Time Capsules met 2TB of 3TB opslag. Hoewel Apple er nog niet officieel mee is gestopt, dateert het laatst verschenen model alweer uit 2013. Met de AirPort-routers zou Apple wel zijn gestopt.
Scanners
Denk je aan printers, dan is een scanner ook niet zo’n gekke gedachte. Apple bracht in 1988 de Apple Scanner uit. Deze kon documenten scannen in een resolutie van 300 dpi in grijstinten. Je moest de scanner aansluiten op de SCSI-poort van de Mac. Drie jaar later werd het model opgevolgd door de Apple OneScanner, met 256 grijstinten.
In 1995 voegde Apple ondersteuning voor kleur toe. Latere modellen hadden automatische papierinvoer en hogere resoluties. In 1997 stopte Apple ermee, niet zo heel toevallig na de terugkeer van Jobs.
Cassettebandjes en cd-spelers
Voordat floppydisks op het toneel verschenen bracht Apple software uit op cassettebandjes. Je kon kiezen uit games zoals Slot Machine, Star Wars en Lemonade Stand. Het cassettebandje op de foto dateert uit 1978.
Dat Apple ermee gestopt is zal niemand verbazen: de technologie werd ingehaald door de floppy en daarna de cd. Apple bracht in 1996 een cd-speler uit met de naam Apple PowerCD. Het was in feite een Philips-product met het logo van Apple erop. Je kon deze cd-speler aansluiten op speakers om van de muziek te kunnen genieten, maar je kon het ook gebruiken voor externe opslag als je de PowerCD-drive koppelde met een Mac.
Nog niet gestopt: speakers
Weinig mensen zullen na het floppen van de iPod HiFi uit 2006 hebben gedacht dat Apple nog eens een speaker op de markt zou brengen. Maar door de overname van Beats kreeg Apple opeens een productlijn met speakers in de schoot geworpen en met de HomePod werken ze aan een eigen slimme speaker. De iPod HiFi was een losse speaker, bedoeld voor de iPod. Er zaten twee 80mm speakers in en een 130mm subwoofer. Voor $349 (dezelfde prijs als de HomePod) kreeg je een flink bakbeest in huis. Anderhalf jaar later werd de speaker van de markt gehaald.
Apple heeft regelmatig aangegeven dat muziek heel belangrijk is in het DNA van het bedrijf. De iPod is daar een goed voorbeeld van, maar ook de eerste AppleDesign Speakers, die je op de Mac en de PowerBooks moest aansluiten. Misschien wel de bekendste speakers zijn de Apple Pro’s, die in samenwerking met Harman/Kardon werden gemaakt. Deze transparante speakerbolletjes zijn nog regelmatig in musea te zien. Ze werden geleverd bij de Power Mac, Cube en iMac G4.
Taalfout gezien of andere suggestie hoe we dit artikel kunnen verbeteren? Laat het ons weten!
Reacties: 10 reacties