Voormalig Siri-baas vindt virtuele assistenten maar dom

Bill Stasior werd in februari uit zijn functie ontheven door AI-topman John Giannendrea. Hoewel er weinig bekend is over zijn vertrek lijkt het erop dat Stasior niet op een vriendelijke manier is vertrokken. Misschien heeft dat ermee te maken dat hij ooit door Scott Forstall is binnengehaald bij Apple. Forstall was een protégé van Steve Jobs, maar lag niet zo lekker bij de rest van de Apple-top.

Hedendaagse virtuele hulpjes kunnen alles, van het starten van de koffiemachine nadat je wekker is afgegaan tot het boeken van een tafeltje bij je favoriete restaurant. Maar de grootste vooruitgang die ze in de volgende drie tot vijf jaar kunnen boeken is simpel: ze moeten beter begrijpen hoe we praten.

Hij voegt eraan toe:

Naar mijn mening voldoet geen enkele virtuele assistent aan de belofte om om ons uiteindelijk te begrijpen op een natuurlijke manier als andere mensen ze kunnen begrijpen.

Mensen passen zich aan de assistent aan
Stasior vindt dat mensen gaandeweg leren welke commando’s wel en niet werken met een asssitent en dat verbetert wel, maar er is nog een lange weg te gaan. De grote uitdaging is echter dat mensen elke denkbare vraag kunnen stellen of elke instructie kunnen geven, door een brede woordenschat te gebruiken. De meeste mensen begrijpen het dan wel, maar een virtuele assistent heeft er nog moeite mee.

Een ander punt waar assistenten moeite mee hebben in het herkennen van iemands stem. Siri loopt dat punt achter op Alexa en Google Assistent. Volgens Stasior is het een lastig probleem, waar zelfs menselijke toehoorders nog wel eens moeite mee hebben. In iOS 13 gaat Siri voor het eerst onderscheid maken tussen stemmen. Ook kan Siri straks je berichten voorlezen via je AirPods of Powerbeats Pro oortjes.