‘China speelt een minder grote rol in de iPhone-productie dan men denkt’

Sinds The New York Times een artikel publiceerde over de erbarmelijke arbeidsomstandigheden in de fabrieken van Foxconn, is opeens alle aandacht gevestigd op het productieproces van de iPhone. Iets waarvan een groot deel niet in China, maar juist de Verenigde Staten en andere landen plaatsvindt. Dit stelt een rapport van drie Amerikaanse hoogleraren, waarin het productieproces van de iPhone en iPad onder de loep werd genomen.

Volgens het rapport wordt een nieuwe iPhone eerst bedacht in de Verenigde Staten, waarna er onderdelen worden verzameld uit verschillende landen. Een groot deel van deze leveranciers bevindt zich in Zuid-Oost Azië. Zijn de eerste prototypes eenmaal bedacht en gefabriceerd, dan wordt het Chinese Foxconn ingezet om de toestellen in elkaar te zetten.

Slechts 10 dollar van de arbeidskosten voor een iPhone wordt betaald aan Chinese arbeiders. Het land zou volgens professor Kenneth Kraemer een veel minder grote rol in het productieproces hebben dan veel mensen denken. Landen zoals de Verenigde Staten en Maleisië besteden ook veel tijd aan het maken van de iPhone. Kraemer:

[Men] richt zich op de lage lonen in China, en denkt daardoor dat China een grote rol speelt. Wat ze niet snappen is dat China eerst allemaal werk vanuit andere landen zoals Japan, de Verenigde Staten en Maleisië krijgt. In verhouding levert China vrij weinig arbeid.

Hoewel de 10 dollar aan Chinese arbeidskosten laten zien dat er in China minder aan de iPhone wordt gewerkt dan je zou denken, moet je het bedrag met een korrel zout tot je nemen: de lonen voor Chinese fabriekswerkers liggen namelijk een stuk lager dan die in de Verenigde Staten. Duidelijk is wel dat er minder kapitaal wegvloeit naar China, dan veel mensen denken.