iOS-apps halen niet maximale performance uit ‘desktopklasse’ A7-chip

De 64-bits A7-chip in de iPhone 5s weet te concurreren met processors in hedendaagse desktopcomputers. Dit concludeert AnandTech in een zeer uitgebreide analyse over de A7-processor. Apple beweerde eerder al dat de A7-chip het op kan nemen tegen ‘gewone’ computers, maar tot nu toe had nog niemand uitgebreid onderzocht of deze belofte werd waargemaakt. Hoewel veel iPhone 5s-recensies de A7-chip onder de loep namen, hadden veel reviewers niet de beschikking over geavanceerde testhulpmiddelen.

Anandtech heeft dat nu wel en maakten een uitgebreide, technische uitleg die verklaart waarom de A7-chip zich met desktopprocessors kan meten. Volgens de site is de A7-processor vergelijkbaar met veel processors die Intel op het moment verkoopt en die niet voor mobiel gebruik zijn bedoeld.

Hoewel de analyse van de A7-chip positief uitpakt voor Apple, heeft AnandTech nog wel een belangrijk kritiekpunt: er zijn op het moment bijna geen apps die werkelijk alles uit de A7-chip weten te halen. Daar schuilen vermoedelijk twee redenen achter: ten eerste zou een app die de A7-chip optimaal benut je iPhone-accu vrij snel leegtrekken. Ten tweede heeft de iPhone 5s slechts 1GB aan RAM, waardoor een app tegen een geheugentekort aanloopt voordat de processor zijn limiet bereikt. Dat geheugentekort zou voornamelijk plaatsvinden bij apps die lange tijd de A7-chip gebruiken. Op het moment zien we de A7-processor dan ook vooral gebruikt worden om in korte tijd veel weg te rekenen: zo starten spellen zoals Infinity Blade III sneller op.

Anandtech concludeert dat Apple met de A7-chip voorop loopt: andere chips van concurrerende fabrikanten zouden niet zo ambitieus zijn. De analyse doet echter vermoeden dat Apple pas in latere iPhones de ware kracht van een 64-bits-chip kan benutten. Wellicht dat de A8-chip in de iPhone 6 de pas echt grote speler zal zijn.