Efficiënte H.265-video kan volgend jaar al op iPhones en iPads komen

De iPhone, iPad en Mac gebruiken H.264 als standaard voor het afspelen van video. Volgend jaar zou het al vervangen kunnen worden door H.265, een nieuwe standaard die maar half zoveel bandbreedte nodig heeft bij dezelfde beeldkwaliteit. De nieuwe compressiemethode zou wel eens de standaard voor de volgende tien jaar kunnen worden. Het ondersteunt resoluties tot 7680 x 4320 en is daardoor ook geschikt voor de nieuwe 4K en 8K HDTV-resoluties. De Motion Picture Experts Group (MPEG) heeft een draft-versie van H.265 beschikbaar gesteld, die volgend jaar al op apparaten, in apps en in grafische chips gebruikt kan worden. H.265 staat ook bekend als High Efficiency Video Coding en is geschikt om HD-beelden snel te kunnen streamen over een 4G-netwerk. Het is dus ook geknipt voor mobiel gebruik.

Er zijn verschillende mogelijkheden om H.265 in te zetten: de bestanden zijn gemakkelijker te streamen omdat er minder data hoeft te worden overgebracht. Of de beeldkwaliteit kan omhoog, terwijl de bestandsgrootte hetzelfde blijft. Smartphones en tablets zijn als eerste aan de beurt, denkt Per Fröjdh van Ericsson Research. Hij is tevens voorzitter van de Zweedse MPEG-delegatie. Hij verwacht een enorme impact op de industrie, vooral omdat video in 2015 goed is voor 90 procent van het netwerkverkeer. Televisies en andere apparaten zullen H.265 pas in latere instantie oppakken. Ze kunnen het bijvoorbeeld gebruiken voor gecomprimeerde 3D-video waar je vanaf 2014 zonder speciale 3D-bril naar kunt kijken. Afgelopen juli kwam een groep van 450 experts in Stockholm bij elkaar om de codec toed te keuren.

Apple nam vroeg de H.264-standaard aan en het is te verwachten dat ze ook voor H.265 zullen kiezen. Apple ondersteunde in 2001 met de iPod ook meteen de MP3-standaard, terwijl Microsoft en Sony op dat moment nog probeerden hun eigen codecs aan de man te brengen. In 1994 verscheen MPEG-2, waarmee dvd in hoge kwaliteit mogelijk werd. Ook konden er digitale tv-beelden mee worden gedistribueerd. Werkzaamheden aan MPEG-4 begonnen in 1998 en resulteerden in 2003 in een publieke release. Apple maakte er in QuickTime ook gebruik van. Ook ondersteunde Apple meteen het AAC-formaat van MPEG-4, als efficiënter alternatief voor MP3.