Apple-fabrikant Foxconn wil meer op eigen houtje doen

Foxconn kennen we als fabrikant van iPhones en iPads. Maar ze maken ook de Amazon Kindle e-readers, gameconsoles voor Nintendo en Sony, een menselijk uitziende robot voor Softbank en servers voor HP. De meeste iPhones worden gemaakt in Zhengzhou, dat ook wel ‘iPhone City‘ wordt genoemd. Geen wonder, want er wordt dagelijks een half miljoen iPhones geproduceerd. Het bedrijf is groot en machtig. Toch zullen veel consumenten nog nooit van de naam Foxconn hebben gehoord. Het bedrijf wil daar verandering in brengen, door onder eigen merknaam te gaan produceren.

Foxconn: grote onbekende

Foxconn wil meer dan de producten van anderen fabriceren; ze willen omhoog in de waardeketen. Eén van de stappen om dat te bereiken is om de geheugenchip-divisie van het noodlijdende Toshiba over te nemen. Apple en Amazon steunen het bedrijf daarbij. Bijzonder is ook de nauwe band met Apple: beide bedrijven gaan vrijwel op voet van gelijkheid met elkaar om, zo is te lezen in een portret van Nikkei. Bij andere toeleveranciers stelt Apple zich heel wat dwingender op.

Het van oorsprong Taiwanese bedrijf Foxconn is onmisbaar voor Apple en dat weten beide bedrijven van elkaar: in iPhone City staan 90 productielijnen, waar 350.000 medewerkers dagelijks iPhones maken. Het bedrijf maakt zo’n 70% van de 210 miljoen iPhones die jaarlijks worden verkocht. De kleinere Taiwanese fabrikanten Pegatron en Wistron maken de rest. Apple zorgt voor 54% van de omzet bij Foxconn.

Vroeger werden de meeste iPhones in Shenzhen gemaakt, maar na een aantal zelfmoorden verplaatste Foxconn een groot deel van de productie naar Zhengzhou.

Foxconn doet echter veel meer. Het bedrijf had ooit 1 miljoen werknemers in China, maar door toenemende automatisering zijn het nu zo’n 700.000. Voor mensen die de techindustrie volgen is Foxconn een bekende naam, voor consumenten niet. Daar willen ze verandering in brengen door onder eigen merknaam producten en componenten te gaan maken, waar ze hogere marges kunnen vragen. Niet dat je binnenkort Foxconn-tablets in de winkel ziet liggen, maar er zal wel vaker sprake zijn van ‘Foxconn inside’ op een manier die we nu bijvoorbeeld van Intel en Nvidia gewend zijn.

Foxconn nam vorig jaar al het Japanse bedrijf Sharp over, dat schermpanelen maakt voor iPhones en iPads. Nu willen ze ook Toshiba’s geheugenchip-divisie hebben en hebben ze de merknaam InFocus gelanceerd voor tv’s en smartphones. Foxconn wil zich manifesteren op het gebied van mobiele apparaten, internet of things, big data, cloudcomputing, slim leven, industriële automatisering, robots en geavanceerde schermtechnologieën voor TV’s.

Eigen productie moet een oplossing zijn voor de krappe marges waar Foxconn nu mee te maken heeft. Dat ligt nu op 7%, terwijl elektronicamerken zoals Nintendo en Sony marges van 40% halen. Eigenlijk zou Foxconn het merk Sharp verder willen uitbouwen, maar heeft daarbij te maken met conflicterende belangen van klanten. Sharp mag momenteel alleen tv’s en huishoudelijke apparatuur maken, twee markten waar klanten zoals Apple en HP niet actief in zijn.

Of het gaat lukken is nog maar de vraag: Foxconn staat onder leiding van de 66-jarige CEO en oprichter Terry Gou, die binnen het bedrijf bekend staat als Big Boss (‘BB’). Deze visionaire man is onvermoeibaar en heeft een enorm oog voor detail. Beoogde opvolger is zijn 40-jarige zoon Jeffrey, die moeite zal hebben om zijn vader te evenaren. Gou’s dochter Shirley heeft geen interesse in het familiebedrijf. Gou zal dus moeten opschieten om zijn plannen te realiseren.