Meer functies dan CarPlay: Google wil je hele auto aansturen

Google wil de Google Assistent ook in de auto beschikbaar stellen en werkt daarvoor samen met Audi en Volvo. Het plan is om een nieuw systeem te maken op basis van Google Assistant, zodat je makkelijk de route op kunt vragen en een telefoontje kunt plegen. Maar Google wil meer: toegang tot de software van de auto zelf.

Google Assistant in de auto

Google demonstreert de nieuwe autosoftware vandaag al, nog voordat later deze week de ontwikkelaarsconferentie Google I/O losbarst. Het gaat om een touchscreen-versie van Android, bedoeld voor het entertainmentsysteem in de auto. Daarmee krijg je toegang tot Google Maps, Spotify en andere apps. Maar het gaat nog een stap verder. Iedereen die wel eens CarPlay heeft gebruikt, weet dat de mogelijkheden nog vrij beperkt zijn: het is vooral bedoeld voor simpele interactie met enkele apps op je iPhone, bijvoorbeeld om de route op te vragen en muziek te luisteren. Google is echter van plan om met de nieuwe auto-software veel meer zaken te regelen, ook wat de auto zelf betreft. Denk daarbij aan de temperatuur regelen en de stoelpositie aanpassen.

Later deze week zal het systeem in actie te zien zijn in een Audi Q8 en een Volvo V90. Het systeem komt op alle Audi- en Volvo-modellen beschikbaar, maar ook in auto’s van andere merken. De nieuwe software is een vervolg op Android Auto, dat Google in 2014 introduceerde. Afgelopen november verscheen Android Auto 2.0. De insteek van Android Auto is vooral dat je informatie van je smartphone op een display in de auto kunt bekijken. Inmiddels werkt het in 300 automodellen, maar Google wil meer: ze willen toegang tot de onderliggende software van de auto. Bij CarPlay is dat nog niet mogelijk. Interessant detail: volgens Google kan CarPlay gewoon bovenop het ingebouwde Android-systeem draaien.

Een ander groot verschil is dat je bij Google’s nieuwe systeem geen Android-smartphone hoeft aan te sluiten, terwijl je voor CarPlay een iPhone nodig hebt. Er zitten ook nieuwe functies in die nog niet in Android Auto aanwezig waren, zoals 3D-kaarten. Uiteindelijk is het plan dat je aan één interface genoeg hebt. Eentje die gemaakt is door Google, natuurlijk.

Het systeem dat Google heeft ontwikkeld bestaat uit drie schermen: eentje voor CarPlay-achtige functies zoals muziek afspelen, navigeren en bellen, een ander scherm voor autofuncties en een derde scherm met geïnstalleerde Android-apps. De Google Assistant activeer je met een knop op het stuur. Google wil nog een stap verder gaan, door je de mogelijkheid te geven om via de interface ook apparaten thuis aan te sturen, bijvoorbeeld lampen.

Wat doet Apple ondertussen?
Ondertussen is het nog maar de vraag wat Apple aan het doen is. CarPlay kan al wel opdrachten uitvoeren via Siri, zoals een route plannen of een berichtje sturen. Maar functies van de auto zelf kun je er niet mee aansturen. Dat kan allemaal gaan veranderen als Apple Project Titan onthult, het autoproject waarover nog weinig bekend is. Apple zou geen interesse meer hebben in het zelf bouwen van een Apple Car, maar juist de software voor zelfrijdende auto’s willen ontwikkelen.

Google’s redenen om zo op auto’s te focussen? Ondanks ontwikkelingen op het gebied van teleportatie zullen we ons de komende jaren nog gewoon in auto’s blijven voortbewegen, ook al zullen die steeds vaker zelfrijdend zijn. Google wil daarbij van de partij zijn zodat Apple, Samsung en andere geïnteresseerde bedrijven geen voorsprong kunnen opbouwen.

Wanneer de eerste auto’s met het nieuwe Google-systeem de weg op gaan, is nog niet bekendgemaakt. De software is nog niet helemaal af. Bovendien wil Google autofabrikanten de mogelijkheid geven om de interface en voorgeïnstalleerde apps aan te passen. Ook dit is een verschil met CarPlay, waarbij Apple dicteert hoe de software eruit ziet en welke apps erop mogen werken. Een Flitsmeister-app is nu bijvoorbeeld nog niet mogelijk. Wel kan Google’s aanpak leiden tot een probleem met updates: er dreigt dezelfde versnippering als bij Android-smartphones, waarbij de ene gebruiker al wel een update kan draaien en een andere gebruiker nog een paar maanden moet wachten op nieuwe functies.