Hoge Raad: ‘iPad is een computer, geen telefoon’

Belangrijk nieuws voor als je morgen weer op kantoor zit en de boekhouding moet doen: de Hoge Raad heeft geoordeeld dat de iPad een computer is. Het is dus geen telefoon en er moet gewoon loonheffing worden betaald als werknemers een iPad van de zaak krijgen. Maar voordat de Hoge Raad tot die conclusie kwam, is er nogal verschillend over geoordeeld.

Rechtbank Haarlem: iPad is een computer

De zaak waarover de Hoge Raad moest oordelen, dateert nota bene al uit 2010, vlak nadat de iPad op de markt kwam. Een bedrijf (dat we voor het gemak bedrijf X zullen noemen) had iPads ter waarde van €699 verstrekt aan werknemers in vaste dienst. Daarbij werd het eindheffingsregime toegepast, waarbij het betrokken bedrijf te maken kreeg met een loonheffing van €323.687. Volgens de belastinginspecteur was er namelijk sprake van een computer.

Het bedrijf was het daar niet mee eens en vond dat de iPad meer een telefoon-achtig communicatiemiddel is. Ze maakten vervolgens bezwaar tegen de afgedragen loonheffing. De Rechtbank Haarlem moest eraan te pas komen om te bepalen of een iPad nou eigenlijk een computer of een extra grote telefoon is. Het lijkt immers wel wat op een iPhone en je kunt er (via internet) ook mee bellen. De Rechtbank was er snel uit: de iPad is een kleine computer, geschikt voor verschillende vormen van communicatie. Maar het is geen telefoon.

Gerechtshof Amsterdam: iPad is een telefoon

Bedrijf X was het nog steeds niet met de uitspraak eens en de zaak verplaatste zich naar het Gerechtshof in Amsterdam. Daar oordeelde de rechter op 25 september 2014, dat er bij de iPad géén sprake is van een computer, maar van een communicatiemiddel zoals een telefoon. Daarbij speelde mee, dat de iPad minder geschikt is om langere teksten te schrijven.

Uiteindelijk kwam de zaak door beroep van de Staatssecretaris van Financiën terecht bij de Hoge Raad, om definitief een uitspraak te doen over de dringende kwestie: is het nou een telefoon of een computer? De Hoge Raad schrijft:

In het bijzonder was in geschil of de iPad valt onder de categorie ‘telefoon, internet en dergelijke communicatiemiddelen’ van artikel 15b, lid 1, letter f, Wet LB of onder de categorie ‘computers en dergelijke apparatuur en bijbehorende apparatuur’ van artikel 15b, lid 1, letter s, Wet LB.

In het eerste geval (letter f) is er dus sprake van een telefoon en soortgelijk communicatiemiddel, in het tweede geval (letter s) is er sprake van een computer. De Hoge Raad oordeelde dat het laatste het geval is:

… kan worden gedacht aan elektronische apparatuur die geheel of gedeeltelijk bedoeld is voor taken die ook met een computer kunnen worden verricht. Daarbij worden als voorbeeld genoemd: digitale agenda’s, mini-notebooks en GPS-apparatuur.

iPad: computer of telefoon?

De discussie is bij deze dus beslecht: de iPad is gewoon een computer en werkgevers moeten er loonheffing over betalen als ze werknemers een iPad verstrekken, die ook privé wordt gebruikt. In het geval van bedrijf X werden de iPads voor tenminste 10%, maar voor minder dan 90%, zakelijk gebruikt en moeten ze dus gewoon de loonheffing betalen.