Alexa vs HomeKit: heb jij liever snelle uitrol en keuzevrijheid of meer gebruiksgemak en veiligheid?

Amazon heeft in korte tijd een indrukwekkend platform voor domotica uitgerold. Met de digitale assistent Alexa en de bijbehorende Echo-speaker kun je allerlei apparaten in huis bedienen. Apple kiest met HomeKit voor een behoedzame aanpak met meer nadruk op veiligheid en privacy. Ze hebben meer controle over de beschikbare accessoires die met HomeKit samenwerken. Maar misschien gaat die aanpak ze wel opbreken. Amazon kiest voor een open systeem waardoor ze veel sneller kunnen uitbreiden.

Alexa: al 250 apparaten

Apple wilde met HomeKit allerlei apparaten in huis met elkaar koppelen, maar de uitrol verloopt traag. Het aantal beschikbare apparaten loopt achter op dat van concurrent Amazon, dat al zo’n 250 geschikte apparaten kan melden. Een belangrijke reden daarvoor zijn de strenge eisen die Apple stelt en het feit dat alle apparaten gecertificeerd moeten worden. Reuters heeft de hand weten te leggen op interne informatie waarin dit nog eens wordt onderstreept.

De belangen van beide bedrijven zijn heel verschillend: Amazon wil met de slimme assistent in contact blijven met klanten, zodat ze blijven shoppen bij de internetgigant. Via welk apparaat dat gebeurt maakt niet zoveel uit. Vandaar dat de Alexa-assistent aanwezig is in de eigen Echo-speaker, maar ook in een onlangs aangekondigde kinderspeaker van speelgoedfabrikant Mattel, in koelkasten van LG en in tafellampen van General Electric. Daarnaast is de spraakassistent te vinden in tientallen andere producten die door externe fabrikanten worden gemaakt.

HomeKit: zo’n 100 apparaten

Apple zou zoiets nooit toestaan: zij hebben er juist belang bij dat de iPhone zoveel mogelijk centraal staat in je leven. Fabrikanten mogen wel slimme lichtschakelaars, lampen en airco’s maken, maar de spraakbediening gaat via een product van Apple. Er zijn nu zo’n 100 gecertificeerde apparaten voor HomeKit.

Fabrikanten die HomeKit-apparaten willen maken moeten speciale chips gebruiken. Ook moeten ze Wi-Fi- en Bluetooth-chips aanschaffen die relatief duur zijn en bovendien eist het bedrijf dat de hardware in fabrikanten wordt gemaakt die door Apple zijn gecertificeerd. Fabrikanten die HomeKit-hardware willen aanbieden worden daardoor gedwongen om hogere productiekosten te maken, die ze verrekenen in hun prijzen voor consumenten. Daardoor zijn HomeKit-producten relatief prijzig.

Uit de vertrouwelijke informatie die Reuters in handen heeft, blijkt dat slechts een klein deel van de door Apple gecertificeerde fabrieken gespecialiseerd is in hardware voor huisautomatisering.

Als ontwikkelaars dan eindelijk een fabriek gevonden hebben, moeten er productsamples naar Cupertino opgestuurd worden. Apple test deze uitgebreid op compatibiliteit, een proces dat wel drie tot vijf maanden kan duren. Dat klinkt op zich logisch. Goed testen kost tijd, maar in de tussentijd moeten de ontwikkelaars maar zitten wachten. Ze mogen zelfs niet extern aankondigen dat ze bezig zijn met HomeKit-certificering van een aankomend product. Met deze strenge voorwaarden wil Apple waarborgen dat het goed zit met de beveiliging en het gebruik van HomeKit-hardware.

Voor sommige ontwikkelaars is dat de moeite waard. Zo vond Apple fouten in het Nanoleaf-systeem, waarvan de fabrikant zelf nog niet op de hoogte was. Voor fabrikanten is het HomeKit-certificaat een bevestiging dat alles grondig is getest. Voor consumenten moet dat ook geruststellend zijn: wat je koopt is gewoon goed en veilig. Je hebt niet het gevoel dat je met een beta-product te maken hebt, zoals wel eens kan gebeuren met spullen van crowdfundingplatformen als Kickstarter of Indiegogo.

Bij Alexa gaat alles veel sneller

Maar toch… Apple’s grondige aanpak kan ook ertoe leiden dat ze hopeloos gaan achterlopen. Bij Alexa is een certificaat niet verplicht, al kan het wel gunstiger zijn bij het promoten van producten. Amazon laat binnen 10 dagen weten of een product het ‘Works with Alexa‘-label krijgt. Het enige wat fabrikanten hoeven te doen is de softwarecode laten inspecteren. Er zijn geen speciale chips vereist. Amazon kan niet garanderen dat de beveiliging van alle apparaten die met Alexa werken goed is geregeld. Het gebruiksgemak is bij Apple beter geregeld: je opent de Woning-app en voegt een nieuw apparaat toe. Bij Alexa-accessoires moet je eerst de bijbehorende app installeren en daarna een nieuwe ‘skill‘ aan Alexa toevoegen.

HomeKit vs Alexa

Toch is niet altijd het beste systeem dat uiteindelijk wint (vraag maar aan Philips). Voor Europeanen is Alexa misschien nog nu wat ‘ver van m’n bed’, maar het bepaalt uiteindelijk wel waar de bekende merken voor huishoudelijke apparatuur voor gaan kiezen: het makkelijke Alexa of het altijd-moeilijk-doende Apple, die ze op hogere kosten jaagt en alles eerst grondig wil controleren. Beide aanpakken hebben voor- en nadelen.