HTML5 echt sneller dan Flash? Apple is zelf het knelpunt
De afgelopen tijd is de discussie over Flash versus HTML5 weer opgelaaid. Met name bij de iPad vragen mensen zich af of het ontbreken van Flash nadelig gaat zijn voor de verkoop: zelfs een site als de New York Times maakt er gebruik van waardoor je sommige websites helemaal niet kunt bezoeken. Aan de andere kant van de arena staan mensen zoals Steve Jobs, die vinden dat Flash achterhaald is en je apparaat alleen maar traag maakt en de batterij leegslurpt. Video-expert Jan Ozer heeft de twee vergeleken.
Jan’s test is genuanceerd: hij laat zien dat er geen eensluidend antwoord is en dat Flash inderdaad een aanslag op de processor is. Maar dat is niet altijd het geval en in sommige gevallen presteert HTML5 juist slechter. Jan voerde een serie experimenten uit, waarin Flash en HTML5 tegenover elkaar stonden. Hij gebruikte een Mac en een PC, met daarop de webbrowsers Internet Explorer 8, Google Chrome, Apple’s Safari en Mozilla Firefox. De uitkomst is dat soms Flash wint en soms HTML5. Bij Google Chrome was het makkelijk: Flash en HTML5 zijn beide inefficiënt en gebruiken beide zo’n 50% van de CPU-capaciteit. Bij de andere browsers lagen die percentages veel lager.
Safari is natuurlijk het meest interessant: onder Mac OS X was HTML5 het meest efficiënt (12,39% CPU). Er waren kleine verschillen: bij Flash 10.0 (37,4%) was iets meer processorbelasting te merken dan bij Flash 10.1 (32,07%). Onder Windows waren de effecten wat spectaculairder: HTML5-video’s konden daarin niet afgespeeld worden, maar bij Flash 10.0 werd 23,22% van de CPU gebruikt, terwijl bij Flash 10.1 maar 7,43% van de CPU nodig was. Het lijkt er dus op dat Flash 10.1 prima geschikt is om in de Safari-browser te gebruiken, als Apple wat trucs van Microsoft afkijkt. Maar een slag om de arm is op z’n plaats, want we hebben het over Safari op de desktop en Safari op de iPhone is een ander verhaal. Hoe dan ook: HTML5 is niet altijd onbetwist beter.
Hardware-acceleratie is bij Flash cruciaal, ontdekte Jan Ozer. Dat werd in Flash 10.1 geïntroduceerd en is waarschijnlijk ook de reden waarom de cijfers van 10.0 en 10.1 zo uit elkaar lopen onder Windows. De grafische processor zorgt dan voor het decoderen van video. Volgens Adobe ondersteunt Mac OS X die hardware-acceleratie niet, omdat Apple geen toegang geeft tot de benodigde API’s. De iPhone 3GS en de iPad hebben wel een GPU (grafische processor) en zouden dus prima Flash kunnen afspelen, als Apple maar de mogelijkheid zou bieden om hardware-versnelling via de GPU toe te passen. Het probleem is niet Flash, maar Apple’s gesloten model.
Zoals bij elke test kun je vanaf de zijlijn altijd wel kritiek verzinnen. Flash is geen HTML5 en uiteindelijk gaat het om appels en peren vergelijken. Bovendien heeft Jan boeken geschreven over Adobe-producten en zou dus bij voorbaat al aanhanger van het Flash-kamp kunnen zijn. Voor de critici zit er niets anders op: zelf nameten op één (of beide) van de twee besturingssystemen. Alle benodigdheden staan binnen handbereik op je bureau.
Het complete verhaal is te lezen op Stream Learning Center: Flash Player: CPU Hog or Hot Tamale? It Depends.
Taalfout gezien of andere suggestie hoe we dit artikel kunnen verbeteren? Laat het ons weten!
Reacties: 61 reacties