De kosten van nieuwe Apple-producten zijn altijd een verhit onderwerp: hoeveel kost een product werkelijk, welke onderdelen zitten erin en welke marge maakt Apple bij elke verkoop? Volgens het Texaanse bedrijf Portelligent heeft Apple met de iPhone 3G een knappe klus geklaard: de materiaalkosten zijn niet meer dan $100 terwijl dat bij de eerste generatie iPhone nog $170 was.
De 3G- en GPS-chipsets in het nieuwe model zijn weliswaar iets duurder, maar andere onderdelen zijn flink goedkoper: vorig jaar moest Apple het iPhone-scherm nog inkopen voor $60, nu kost het scherm nog maar de helft van dat bedrag. Voor Apple zelf is de slogan ‘Twice as fast, half the price’ daarmee op sommige punten ook uitgekomen.
Toch zijn er nog genoeg mogelijkheden om bij te verdienen: de 16GB iPhone 3G is in de winkel $100 duurder dan het exemplaar met 8GB opslagruimte, maar Apple hoeft voor het extra geheugen zelf maar $20 meer te betalen, schat Portelligent, dat zich heeft gespecialiseerd in het analyseren van technische componenten in producten.
Volgens Gene Munster van Piper Jaffray verkoopt Apple de iPhones voor ongeveer $399 per stuk aan de mobiele operators, die er vervolgens ongeveer $200 subsidie op geven. Zo komt hij uit op de verkoopprijs van $199. Volgens Carl Howe van de Yankee Group zou de iPhone 3G wel eens Apple’s meest winstgevende product kunnen zijn. Toch is het wat kortzichtig om alleen naar materiaal te kijken – design, R&D, arbeidsuren, transport en andere onkosten tellen natuurlijk ook mee in de prijs van een product.
Via: Fortune
Taalfout gezien of andere suggestie hoe we dit artikel kunnen verbeteren? Laat het ons weten!
Reacties: 20 reacties