De iPhone bestaat vandaag 8 jaar en dat is een mooi moment om eens terug te blikken op eerdere iPhones. Nee, we hebben het niet over de iPhone die op 29 juni 2007 voor het eerst in de winkel lag, maar om de iPhones die daarvóór kwamen. Misschien herinner je je nog wel de strijd tussen Apple en Cisco, begin 2007. Apple kondigde een iPhone aan, terwijl Cisco op dat moment de merknaam ‘iPhone’ in handen had.
Ruzie over de merknaam iPhone
“Hoe is dat in hemelsnaam mogelijk?”, vroegen we ons af op de redactie, terwijl we onze eerste berichten over de iPhone tikten. Apple had immers geen enkel recht om de merknaam iPhone te mogen gebruiken. Cisco dreigde met gerechtelijke stappen, maar een dreigend conflict tussen beide bedrijven werd in no-time opgelost. Wat Apple en Cisco hebben afgesproken, weten we nog steeds niet. Ook de vele boeken die sindsdien over de managementstijl van Steve Jobs zijn verschenen, bieden geen opheldering hoe Jobs erin slaagde om een juridisch gevecht met Cisco zo snel en geruisloos te stoppen.
Lees ook: Hoe Apple de merknaam iPhone in handen kreeg van Cisco
De iPhone uit 2006
Feit is wel, dat Cisco in december 2006 via dochterbedrijf Linksys nog even snel een ‘iPhone’ aankondigde (zie foto). Het ging om een telefoon waarmee je binnenshuis kon bellen. Ze probeerden daarmee de merknaam veilig te stellen, omdat geruchten over een iPhone van Apple steeds sterker werden. Voor ons waren die toenemende geruchten de aanleiding om (destijds) iPhoneclub te starten, nog voordat de iPhone officieel was aangekondigd.
Dat Apple uiteindelijk toch de naam iPhone mocht gebruiken, is vooral te danken aan de onderhandelingstrucs van Steve Jobs. Vlak nadat Cisco een rechtszaak had aangekondigd, belde Jobs met toenmalig Cisco-topman Charles Giancarlo. Hij deed dat bewust op een ongemakkelijk moment: rond etenstijd, op Valentijnsdag. Hieronder zie je een fragment uit het boek Inside Apple:
Drie jaar later onderhandelde Apple nogmaals met Cisco over merkrechten, namelijk om de merknaam ‘iOS’ te mogen gebruiken. Apple pakte het deze keer anders aan: ze vroegen vooraf om toestemming en Jobs belde deze keer niet op Valentijnsdag.
De iPhone uit 1998
So, three things: a widescreen iPod with touch controls; a revolutionary mobile phone; and a breakthrough Internet communications device. An iPod, a phone, and an Internet communicator. An iPod, a phone— are you getting it? These are not three separate devices. This is one device, and we are calling it iPhone. Today, Apple is going to reinvent the phone.
– Steve Jobs, January 9, 2007
Steve Jobs sprak deze legendarische woorden op 9 januari 2007. Weinig mensen weten, dat 9 jaar eerder ook al een 3-in-1 apparaat werd aangekondigd met de naam ‘iPhone’. Grappig genoeg had deze iPhone ook drie functies:
- Its’s a great telephone.
- It’s an easy way to send and receive e-mail.
- It’s one-touch access to the Internet.
Klinkt bekend? Deze ‘Internet Touchscreen Telephone’ werd echter niet gemaakt door Apple, maar door InfoGear. Het apparaat verscheen in 1998 op de markt. In onderstaande advertentie is te zien dat er verschillen, maar toch ook wel wat overeenkomsten zijn met de Apple iPhone. Ook bij InfoGear lag de nadruk op eenvoud en het combineren van meerdere functies: bellen, internetten en e-mailen. Je kon er alleen geen muziek mee luisteren.
Als het hele verhaal van de iPhone uit 1998 wilt weten, kun je het beste dit artikel van Brian McCullough doorlezen. Eind jaren 90 was er een gekte rond internet-apparaten. Laptops waren zwaar en mensen hadden behoefte om te kunnen internetten op een kleiner apparaat, dat je in de keuken of op je bureau kon gebruiken. In 1995 begon het bedrijf National Semiconductor met ‘Project Mercury’. Het doel was om een apparaat te ontwikkelen, waarmee je kon bellen en internetten. Ze bouwden een werkend prototype, op basis van een 8-bits processor voor fax-apparaten.
Toen durfinvesteerder Robert Ackerman het prototype zag, riep hij uit: “Dat is de toekomst!”. Het leek hem het beste, om daarvoor een apart bedrijf op te zetten: InfoGear. Dat ging echter niet zonder slag of stoot. Ackerman moest de toenmalige president van National Semiconductor, Gil Amelio, ervan overtuigen dat zowel de technologie als de medewerkers van Project Mercury de overstap moesten maken naar InfoGear. Wie goed heeft opgelet tijdens het lezen van boeken over de Apple-historie, zal bij de naam Gil Amelio een belletje horen rinkelen. Dat klopt: Amelio was in de periode dat Steve Jobs met NeXT bezig was, korte tijd CEO van Apple.
iPhone met een kleine i
Wat opmerkelijk is, is dat InfoGear de naam iPhone schreef met een kleine i en hoofdletter P, net zoals Apple later zou doen met de iPod, iPhone en iPad. Helemaal toevallig was dat niet: in de jaren negentig was er al een fascinatie met i- en e-namen, zoals iVillage, iGolf, iCommunities, eWorld en eToys. Toch blijkt het opmerkelijk dat er zoveel andere overeenkomsten met de latere iPhone zijn. “Ons ontwerpcriterium was: kan mijn moeder het gebruiken?”, herinnert Ackerman zich. Als je een telefoon en een pinautomaat kon bedienen, kon je ook met de iPhone uit de voeten. Prominent aanwezig in de iPhone uit 1998: een touchscreen met grafische icoontjes. Je moest erop tikken om de apps te openen. Dat was in 1998 nog een vrijwel nieuwe technologie.
Omdat de kosten te hoog werden, probeerde InfoGear partners te vinden, die het toestel wilden subsidiëren, net zoals Apple jaren later deed via AT&T en andere providers. Maar InfoGear was z’n tijd ver vooruit: de telefoonmaatschappijen zagen het niet zitten. Ze waren nog niet klaar voor een apparaat waarmee je kon bellen én internetten.
Revolutionaire iPhone…
Er zaten trouwens nog meer revolutionaire functies in die eerste iPhone, waarbij je parallellen met Apple’s iPhone kunt ontdekken. Er zat bijvoorbeeld een nieuwe voicemail-functie op, vergelijkbaar met Visual Voicemail, dat Apple jaren later bij de iPhone uit 2007 zou introduceren. Het apparaat werd geleverd met een kaarten-app en je kon bioscoopinfo ophalen via Hollywood Online. Er zat zelfs een Newstand-achtige functie op, met artikelen van tijdschriften zoals People, Time, Money en Sports Illustrated. De iPhone uit 1998 maakte vreogtijdig gebruik van touchscreen-technologie. Als er op een website een telefoonnummer te zien was, kon je erop tikken om te bellen.
Toen de iPhone begin 1998 op consumentenbeurs CES werd gepresenteerd, lag de prijs op $499. De prijs van Apple’s iPhone lag op hetzelfde niveau: toen de 4GB iPhone op 29 juni 2007 in de verkoop ging, vroeg Apple er $499 voor. Drie maanden later verlaagden ze de prijs naar $299. Apple slaagde er echter wél in om de iPhone met flinke subsidie via de operators te verkopen.
… en iPad
Overigens ontwierp InfoGear rond dezelfde tijd ook een iPad. Robert Ackerman vertelt:
We hebben er nooit over gesproken, maar we hebben ook een draadloos apparaat gemaakt met de naam iPad. We maakten een prototype. Het is nooit op de markt gekomen, maar het was een concept, dat we ‘iPad’ noemden.
Meer weten over de historie van de iPhone? Lees ons dossier iPhone-geschiedenis!
Taalfout gezien of andere suggestie hoe we dit artikel kunnen verbeteren? Laat het ons weten!
Reacties: 5 reacties