Openbaar Ministerie wil niet zomaar huiszoekingen door Find My iPhone toestaan

Het ministerie van Veiligheid en Justitie wil het gebruik van volgapps zoals Find My iPhone stimuleren. Ze zijn daarom de campagne ‘Hier waak ik‘ gestart om jongeren te wijzen op het bestaan van volgapps voor smartphones en tablets. Een gestolen iPhone kan dan sneller worden teruggevonden. De politie is enthousiast en heeft het gebruik van volgapps meteen tot speerpunt benoemd: “Het is toch een nieuw opsporingsmiddel, dat ons juist door het gebruik door de consumenten in de schoot wordt geworpen”, zegt korpschef-woordvoerder Jelle Egas. Maar de kans is klein dat je straks de politie erop af kunt sturen als je hebt ontdekt dat je iPhone in een bepaald pand aanwezig is. Het Openbaar Ministerie wil niet zomaar huiszoekingen toestaan.

Het gebruik van volgapps moet het aantal straatdiefstallen tegengaan en de pakkans van de daders vergroten. Maar om daadwerkelijk een woning te kunnen binnendringen is een huiszoekingsbevel nodig. Een machtiging daarvoor kan worden afgegeven door een (hulp)officier van justitie of een advocaat-generaal van een gerechtshof. De officier van justitie valt onder het Openbaar Ministerie. Maar juist met deze partij hebben de korpschefs van de politie geen overleg gevoerd, toen ze besloten om het gebruik van volgapps als speerpunt op te pakken. Het Openbaar Ministerie blijft bij het eerdere standpunt dat huiszoeking een te zwaar middel is: “alléén op basis van deze volgsoftware zullen politie en OM waarschijnlijk niet kunnen acteren”, zegt woordvoerder Evert Boersma namens het Openbaar Ministerie. De volgapps kunnen wel worden gebruikt in combinatie met andere informatie uit het opsporingsonderzoek, maar ook dan hoeft dat niet te leiden tot een huiszoeking. Een landelijke richtlijn ontbreekt bovendien.