Waarom smartphones na 2018 vaker waterproof zijn

Er zijn momenteel twee manieren om een smartphone waterbestendiger te maken. De eerste is het afsluiten van alle openingen met rubber strips en het lucht- en waterdicht inpakken van interne onderdelen. Dit levert nogal wat hoofdbrekens op, omdat er bij het design van smartphones rekening mee moet worden gehouden. De andere manier is gebruik van nano-coating, een waterafstotende laag die voorkomt dat waterspetters in het toestel kunnen doordringen. Juist bij die tweede methode zitten de ontwikkelingen in een stroomversnelling, maar het is de vraag of we er bij de iPhone veel van zullen zien.

Waterschade is groot probleem

Waterschade is een van de meest voorkomende schades bij smartphones, goed voor zo’n 35% van alle toestelreparaties volgens cijfers van IDC over 2016. Wat er op nummer 1 staat kun je waarschijnlijk wel raden: kapotte schermen. Fabrikanten proberen er iets aan te doen, omdat het voor sommige consumenten een belangrijk verkoopargument is, samen met een langere batterijduur en een breukbestendiger scherm.

Apple’s oplossing bij de iPhone 7 (en deels bij de iPhone 6s) is om alle openingen zoveel mogelijk af te sluiten. Ook de koptelefoonaansluiting moest eraan geloven. Het zorgt ervoor dat het toestel meerdere minuten ondergedompeld kan worden, zonder dat het einde oefening is. Nano-coating is veel gemakkelijker te realiseren: na de fabricage hoeft er alleen maar een speciale coating aangebracht te worden. Je hoeft er bij het design geen rekening mee te houden, maar er zitten (nu nog) wat nadelen aan. De toestellen zijn dankzij de nano-coating spatwaterdicht, maar niet geschikt om te worden ondergedompeld. Dat gaat nu veranderen, zegt de grootste fabrikant op dit gebied, P2i.

Nano-coating: niet helemaal waterdicht

P2i levert nano-coatingtechnologie voor de smartphones en smartwatches van Motorola, Lenovo, Nokia, BlackBerry, TCL, Huawei en Samsung. Het zit bijvoorbeeld op de Samsung Gear Icon X oordopjes, op de Moto 360 smartwatch en op de Huawei P8 en P9.

Helemaal waterdicht zijn deze producten niet. De plasmatechnologie van P2i levert een rating van IPX2 zodat ze bestendig zijn tegen zweet, vochtige omgevingen en lichte regenval. Sinds 2011 is er weinig veranderd aan de coating die P2i op de markt brengt. In 2018 gaat dat veranderen: P2i heeft een nieuw type coating ontwikkeld die niet alleen de buitenkant, maar ook de binnenkant van je toestel beschermt. Met de nieuwe coating kan water het toestel binnendringen, zonder dat het schade aanricht.

De nieuwe coating levert een rating van IPX7 op, vergelijkbaar met de iPhone 7. De toestellen kunnen dan 30 minuten op een diepte van 1 meter onder water liggen, zonder dat er schade optreedt. Voor fabrikanten is het een uitkomst. Zij hoeven hun toestellen niet meer volledig waterdicht te maken met rubber strips en afsluiters. Met als gevolg dat het weer mogelijk wordt om telefoons met verwisselbare batterijen en klepjes te maken.

De coating stoot de waterdruppeltjes af, zodat ze wegrollen in plaats van je toestel kletsnat maken. Op het eerste plaatje verspreidt het water zich, waardoor na verloop van tijd corrosie optreedt:

Met de coating van P2i blijft het liggen en rolt het weg:

Omdat Apple’s iPhone 7 al een IP67 rating heeft, zou je denken dat Apple er niets aan heeft. Maar ze zouden het wel degelijk kunnen gebruiken om te profiteren van meer vrijheid qua design. Met de coating van P2i kan Apple dezelfde rating blijven hanteren, zonder dat alle openingen hermetisch afgesloten hoeven te worden.

Het iPhone-effect: alle fabrikanten willen waterproof
Grappig is trouwens dat de business van P2i enorm is toegenomen sinds de iPhone 7 uitkwam. CTO Dr. Stephen Coulsen van P2i vertelt dan ook: “Als Apple het doet, wil iedereen het.” Fabrikanten staan nu in de rij om de coating van P2i te gebruiken. Vanwege de prijs is het alleen haalbaar voor duurdere toestellen.