De makers van de app Strava moedigen iedereen aan om dinsdag 10 mei op de fiets naar het werk te gaan. Bike To Work Day moet laten zien dat je ook best zou kunnen fietsen, als je niet zover van je werk woont. Ze willen wel graag dat je daarbij de Strava-app gebruikt, zodat ze de data kunnen meten.
Bike To Work Day
Strava spreekt over een wereldwijde Bike To Work Day, maar eigenlijk gaat het om meerdere dagen in de maanden mei en juni. Als je op internet kijkt, zul je zien dat de dag op verschillende dagen in het voorjaar valt, wisselend per stad: de Bay Area organiseert het op 12 mei, Denver op 22 juni. En de nationale fietsersclub van de Verenigde Staten heeft 20 mei uitgeroepen tot National Bike To Work Day. Vooral in het gebied rond San Francisco is het een bekend evenement, waaraan duizenden mensen meedoen. Bike To Work Day blijkt dan ook vooral een Amerikaans en Canadees fenomeen. In Nederland stappen we toch al dagelijks op de fiets, zonder dat daar een speciaal evenement voor nodig is.
Strava: op 10 mei allemaal op de fiets
Hoe dan ook: wat Strava betreft gaan we op 10 mei 2016 wereldwijd de Bike To Work Day vieren. Het is de bedoeling dat je met de app een fietsrit van huis naar je werk (of andersom) vastlegt. Het is een mooie manier om reclame voor de eigen app te combineren met een nuttig doel: zorgen dat meer mensen op een gezonde manier naar hun werk komen. Strava plukt er op nog meer manieren de vruchten van, want ze analyseren de gegevens via dochterbedrijf Strava Metro en verkoopt die data aan maar liefst 76 steden en regio’s om de infrastructuur van voetgangers en fietsers te verbeteren.
In de Amerikaanse stad Oregon verzamelden ze voorheen gegevens over fietsers door wat vrijwilligers op een straathoek te zetten, die twee uur lang moesten tellen hoeveel fietsers er langskwamen. Op basis van die tellingen werd het beleid bepaald. In 2013 bedacht een medewerkster van de gemeente dat het handiger kon: ze legde haar eigen fietsritten met Strava vast en realiseerde zich dat het bedrijf achter de app waarschijnlijk al beschikt over data van heel veel fietsritten. Ze weten precies waar veel fietsverkeer langskomt en waar de knelpunten zitten. Het leidde tot Strava Metro, een spin-off van de makers van de sport-app. Oregon betaalde $20.000 voor de data.
Strava is aanvankelijk begonnen als fiets-app. Later kwam hardlopen erbij en ondertussen zijn er tientallen sportactiviteiten die je met Strava kunt vastleggen. Fietsen is nog steeds het meest populair in de app en met een half miljoen nieuwe gebruikers per maand en 6 miljoen vastgelegde ritten per week zitten ze op een goudmijn van data. Strava levert de data anoniem, meer geeft wel data vrij over leeftijd, geslacht, tijdstip van de fietsrit en de route die ze hebben genomen.
Strava: vooral fanatieke fietsers
Aanvankelijk had het bedrijf niet door hoe nuttig die informatie kon zijn, maar inmiddels maken ze heatmaps (kaarten met weergave van de drukste plekken) en beseffen ze hoe uniek de data is, ook al zijn er beperkingen. Slechts een kleine groep gebruikers maakt gebruik van Strava en de app legt veel nadruk op competitie. Daardoor zijn de gegevens vooral afkomstig van fietskoeriers, wielrenners en andere fanatieke fietsers. Voor cityplanners is het in ieder geval iets, want zij beschikken vaak over relatief weinig data over het fietsverkeer in een bepaalde stad.
In Amsterdam wordt meer gefietst, maar in Londen worden veel meer ritten vastgelegd
Fietsactiviteiten in grafieken
Om te zorgen dat ook data van gewone woon-werk-fietsers in de database komt, roept Strava dus op om de fiets te pakken en de rit met de app vast te leggen. Overigens blijken de gegevens van Strava goed bruikbaar, want bij nader onderzoek bleek dat in de meeste steden tussen de 5 tot 10% van alle fietsactiviteiten met Strava wordt vastgelegd. Ook blijken mensen met de app vaak dezelfde routes te rijden als de niet-Strava-gebruikende fietsers. Steden zoals Glasgow, Reykjavik, Stockholm en Brisbane kopen hun data ondertussen bij Strava.
Bij Strava Metro zijn 7 mensen werkzaam, een klein deel van de ruim 100 medewerkers die Strava zelf in dienst heeft. Zij moeten zorgen dat steden niet alleen een grote bak met data krijgen, maar proberen die data ook te visualiseren en trends eruit te halen. Het grootste probleem is namelijk dat kleinere steden niet de technische expertise hebben om de enorme hoeveelheid informatie te analyseren.
De fiets op de foto’s in dit artikel is de Roetz Vigour+, een elektrische fiets waar we eerder over schreven.
Taalfout gezien of andere suggestie hoe we dit artikel kunnen verbeteren? Laat het ons weten!
Reacties: 7 reacties