Vanaf vandaag voormalig Intel-CEO Paul Otellini heeft er spijt van dat hij tijdens zijn regeerperiode bij het hardwarebedrijf niet met Apple samenwerkte aan de productie van de iPhone. Apple zou naar Intel zijn gestapt voor de productie van een specifieke iPhone-chip, maar Otellini wees het bedrijf de deur. Hij dacht dat de kosten voor de productie hoger zouden liggen dan wat Apple daadwerkelijk voor de chip wilde betalen. Otellini ontdekte achteraf dat het kostenplaatje niet klopte en dat de iPhone een groot succes werd.
Hoewel Otellini in de cijfers van Intel zag dat een samenwerking niet verstandig was, had hij tegelijkertijd een onderbuikgevoel dat het tegendeel beweerde. Dat gevoel bleek te kloppen: de productie van de iPhone-chip zou namelijk tot zeer hoge productievolumes hebben geleid die voor Intel veel goeds hadden betekend. Otellini zegt na de fout te hebben geleerd om meer op instinct af te gaan.
De onthullingen van Otellini zijn spraakmakend, omdat er van tijd tot tijd geruchten voorbijkomen die alsnog wijzen op een iPhone met Intel-chips. In maart werd nog beweerd dat het chipbedrijf tien procent van de A7-chipproductie op zich wil gaan nemen.
Taalfout gezien of andere suggestie hoe we dit artikel kunnen verbeteren? Laat het ons weten!
Reacties: 4 reacties