Opinie: Waarom Apple een grote gok neemt met de iPhone 8

Apple zal waarschijnlijk de iPhone 8 voor een veel hogere prijs in de schappen leggen, dan we gewend zijn. Een nóg hogere prijs? Zijn ze helemaal gek geworden? Toch heeft Apple weinig keus, zo beweert de ervaren Apple-journalist Jason Snell. iPhones zijn zo populair dat Apple niet zomaar elke innovatie kan toevoegen. Ze moeten wel zeker weten dat er van elk onderdeel 200 miljoen stuks kunnen worden gemaakt. Kan een leverancier slechts 50 miljoen stuks maken, dan kan Apple het niet gebruiken.

200 miljoen iPhones per jaar

Apple verkoopt per jaar 200 miljoen iPhones en dat is een knappe prestatie. Veel fabrikanten zullen jaloers zijn op die aantallen, maar het levert tegelijk ook hoofdbrekens op. Apple kan alleen onderdelen gebruiken waarvan minstens 200 miljoen op jaarbasis kunnen worden geproduceerd. Die situatie hebben ze zelf veroorzaakt, door voor een beperkt assortiment te kiezen. Bij Samsung speelt het bijvoorbeeld veel minder: Samsung heeft tientallen smartphones in het assortiment en verkoopt van het topmodel Galaxy S8 maar een stuk of 50 tot 60 miljoen.

Bij Apple zijn we gewend dat iedereen die de nieuwste iPhone koopt ook de nieuwste functies krijgt. Maar dat is waarschijnlijk niet vol te houden. Apple verkoop te veel toestellen en met een snelheid die toeleveranciers niet kunnen bijbenen. Andere fabrikanten hebben dat niet: Google verkocht van de Pixel-telefoon rond de 1 miljoen stuks, geen 200 miljoen. En Andy Rubin verwacht dat hij van zijn Essential Phone enkele duizenden zal verkopen, geen miljoenen.

Daar staat tegenover dat de jaarlijkse iPhone-productie zo groot is geworden, dat Apple moet nadenken of bepaalde innovaties wel haalbaar zijn. Zo is het vrijwel onmogelijk om 200 miljoen OLED-schermen in te kopen. Apple heeft lange tijd kritiek gekregen dat ze nog niet op OLED-schermen zijn overgestapt, maar de werkelijke reden zou kunnen zijn dat het praktisch onhaalbaar is op de schaal waarop Apple opereert. In de begindagen van de iPhone zag je bij elk nieuw model grote sprongen voorwaarts in functionaliteit, maar toen ging het nog om kleinere aantallen. Apple is slachtoffer geworden van het eigen succes.

De oplossing: extreem dure iPhone 8
Apple lijkt nu voor een tweesporenbeleid te gaan kiezen: een duurdere iPhone 8 waar alle vernieuwingen in zitten en die misschien maar door 20% van de gebruikers wordt gekocht, en een uitstekende maar minder vernieuwende iPhone 7s en 7s Plus voor de overige 80% van de gebruikers. Bij de Plus-modellen van de iPhone heeft Apple voorzichtig al wat verschillen aangebracht: het grote model kreeg wel een dubbele camera, de kleine niet.

Jason Snell spreekt over een ‘risk balancing act’. Als Apple bepaalde vernieuwingen achterwege moet laten omdat ze niet in massa te produceren zijn, dan krijgen ze gezeur dat het bedrijf niet genoeg innoveert. Brengen ze een ultra high-end smartphone met een flink prijskaartje uit, dan krijgen ze kritiek dat Apple onbereikbaar is geworden voor de gewone man. Want ook als gewone gebruiker wil je straks nieuwe functies zoals draadloos opladen en gezichtsherkenning kunnen gebruiken, als je 800 of 900 euro voor een gloednieuwe iPhone hebt neergeteld. Je wil niet worden afgescheept met een instapmodel.

Toch is dat de gok die Apple dit jaar lijkt te nemen. De iPhone 8 wordt vrijwel onbereikbaar qua prijs, maar door de lagere aantallen kan Apple er wel allerlei nieuwe functies in stoppen. De grote gok is of het massapubliek dan nog warmloopt voor de iPhone 7s, of gefrustreerd raakt omdat ze de beste functies mislopen. Het volledige betoog van Snell is interessant om door te lezen, voor iedereen die zich afvraagt waarom Apple zo weinig innoveert.