iPhone levert betere muziekervaring dan Neil Young’s Pono Player
Muzikant Neil Young kondigde een tijd geleden de PonoPlayer aan. Via Kickstarter haalde hij meer dan 6 miljoen dollar (!) op om de knalgele muziekspeler te laten fabriceren. Muzikanten zoals Norah Jones, Elvis Costello en Tom Petty schaarden zich achter het project. De 400 dollar kostende muziekspeler zou sublieme muziekkwaliteit leveren. Is er eindelijk een waardige opvolger voor de iPod gevonden en gaan draagbare muziekspelers een comeback maken? Nou… niet echt. In een blinde geluidstest van David Pogue blijkt dat niemand het verschil hoort. De testers gaven de voorkeur aan muziek die via een iPhone werd afgespeeld. Je kunt die $400 dus net zo goed in je zak houden.
Met de PonoPlayer zou je in staat moeten zijn om de muziek beter te ‘voelen’. Pogue, voormalig professioneel muzikant en voormalig tech-columnist van de New York Times, wilde dat wel eens testen. Het resultaat? De meeste mensen horen het verschil in muziekkwaliteit niet. Bovendien zijn veel muzieknummers in de Pono Store nog niet aangepast voor het 192 kHz/24-bit formaat waar de PonoPlayer mee werkt. De conclusie is dan ook, dat je beter een duur setje oordoppen kunt kopen om via je iPhone muziek te luisteren, dan een aparte muziekspeler zoals de PonoPlayer aan te schaffen. Scheelt je ook weer het opnieuw aanschaffen van al je muzieknummers.
Op Ars Technica hebben ze een uitgebreide review van de Pono Player en daar is de conclusie eigenlijk een beetje hetzelfde. Je koopt een dure fles wijn voor dat ene speciale etentje. Maar zodra je de kaarsen hebt aangestoken, de wijn hebt ingeschonken en een eerste slok neemt, denk je: “Tja, het is eigenlijk gewoon wijn”. Zo’n zelfde gevoel krijg je volgens Ars bij de Pono Player.
Waarom Pono Player beter zou moeten zijn
Pono is een van de diensten die muziek in hogere kwaliteit belooft. Dat lijkt in opkomst: kortgeleden ging in Nederland de muziekdienst Tidal van start, ook gericht op muziek met een hogere geluidskwaliteit. Volgens het team achter Pono kunnen muziekliefhebbers het verschil horen tussen cd’s en mp3’s en tussen muziek van de Pono Player. Dit komt omdat Pono een hogere sample rate (bemonsteringsfrequentie) hanteert. In plaats van een sample rate van 44,1 kHz bij een normale cd kan Pono muziek met een maximale sample rate van 192 kHz leveren. Maar heeft dat wel zin? In 2007 schakelde de Boston Audio Engineering Society zestig audio-experts in om te luisteren of ze een hogere sample rate dan die van cd’s konden herkennen. Dat bleek tegen te vallen. In bijna de helft van de luistersessies werd de geluidskwaliteit juist herkend, in de andere helft van de gevallen klopte het niet. Een duur audiosysteem bleek daarbij geen verschil te maken. Dat komt, door de beperkingen van het menselijk oor: de sample rate van een normale cd ligt al boven de maximale sample rate die het menselijk oor aankan. Hogere sample rates hebben dus eigenlijk geen zin. Toch heeft het wel zin om muziek met een hogere sample rate op te nemen, want dan klinkt het beter. Ook als het uiteindelijk op cd-kwaliteit wordt afgespeeld.
Taalfout gezien of andere suggestie hoe we dit artikel kunnen verbeteren? Laat het ons weten!
Reacties: 24 reacties